De geschiedenis van Leeuwarden in vogelvlucht
Leeuwarden is ontstaan uit een drietal bewoningskernen, gelegen op terpen aan de oever van de Middelzee. Aan de voet van de Oldehove zijn bij recent archeologisch onderzoek sporen van bewoning uit de eerste eeuw gevonden, maar van permanente bewoning sindsdien is geen sprake geweest. Zeker is dat in de negende eeuw de kerk van Sint Vitus op die plek werd gesticht. De ligging aan de Middelzee was voor de handel ideaal. De contacten strekten zich tot in Rusland uit. De vroegste stedelijke bewoningskern lag in het gebied van de Hoogstraten. Zo begon Leeuwarden zich als stad te ontwikkelen. Maar in de dertiende eeuw slibde de Middelzee dicht en concentreerden de handelsactiviteiten zich voortaan in de eigen regio.
Anders dan de stad Groningen lukte het Leeuwarden niet om in de late middeleeuwen een dominante positie in het gewest en over de omliggende gebieden te verkrijgen. In Friesland bleef het platteland oppermachtig. Zo namen de Friese steden ook in de provinciale Landdag een ondergeschikte positie in.
Leeuwarden werd een stad met één rechtsgebied in 1435 en werd hoofdstad van het gewest in 1504, toen het centrale bestuur en de rechtspraak zich hier vestigden. Daarnaast werd Leeuwarden de residentie van de Friese stadhouders. In deze eeuwen kwam de stad tot grote bloei. Het aantal inwoners steeg spectaculair: van vijfduizend rond het jaar 1500 tot zestienduizend in 1650. Leeuwarden behoorde toen tot de tien aanzienlijkste steden van Nederland. Daarvan getuigen nu nog tal van monumentale gebouwen uit die tijd. Zoals de Kanselarij, het belangrijkste monument van de provincie, het Stadhouderlijk Hof, de Waag als centrum van de handel, en de scheve toren de Oldehove.
Het welvarende Leeuwarden moest wel beschermd worden tegen vijanden. Daartoe werd de stad rondom van een gracht en wallen voorzien. Deze verdedigingswerken zijn later, toen zij overbodig werden, afgebroken of tot plantsoen gemaakt. De grachten in de binnenstad zijn grotendeels gespaard gebleven. In de negentiende eeuw ontstonden de eerste wijken buiten de stadsgracht. Door de grote maatschappelijke ontwikkelingen in de tweede helft van de 19de eeuw, werd Leeuwarden vooral belangrijk als stad met een centrumfunctie voor de regio. Terwijl landelijk gezien de positie van Leeuwarden sterk in betekenis afnam. De situatie is tegenwoordig nog steeds zo. Binnen de relatief dun bevolkte provincie Friesland vervult Leeuwarden, met ruim 90.000 inwoners, de functie van centrumstad met een uitgebreid scala aan voorzieningen.
Door de eeuwen heen heeft Leeuwarden vele beroemdheden voortgebracht op het gebied van o.a. kunst, literatuur, wetenschap en politiek. Wereldbekend zijn bijvoorbeeld de kunstenaars Hans Vredeman de Vries en Maurits Cornelis Escher, de schrijvers Francois Haverschmidt, Simon Vestdijk en Jan Jacob Slauerhoff, de politicus en dichter Piter Jelles Troelstra en de danseres en spionne Mata Hari. Leeuwarden kent dus een rijke geschiedenis. Het is misschien typerend voor het lot van een stad als Leeuwarden dat niet één van de hier genoemde grootheden zowel geboren als gestorven is in de Friese hoofdstad.
Voor meer informatie over de boeiende geschiedenis van de stad zie: www.historischcentrumleeuwarden.nl